Verhoging huren mag doorgaan.
Sinds 1 oktober mogen verhuurders in tien regio's (140 gemeenten) met een schaarse woningmarkt hun woningen extra punten geven in het woningwaarderingsstelsel. Dit systeem bepaalt hoeveel een verhuurder maximaal voor een woning mag vragen. Door de maatregel kunnen de huurprijzen van sociale huurwoningen met maximaal 123 euro stijgen. Dat geldt overigens niet voor bestaande, maar alleen voor nieuwe huurcontracten.
De huurdersverenigingen stelden tijdens het kort geding dat schaarste op de plaatselijke woningmarkt geen geldig criterium is bij het bepalen van de maximaal toegestane huurprijs. Ook heeft de minister de maatregel genomen zonder de wet te wijzigen, terwijl hij zelf zou hebben gezegd dat dat wel nodig is.
De rechtbank heeft de argumenten van de Woonbond en de Huurdersvereniging Amsterdam echter van tafel geveegd. Het besluit van Donner is rechtmatig en van onbehoorlijk bestuur is ook geen sprake, zo luidt het vonnis.
De huurdersorganisaties vrezen onder meer dat het besluit van de minister leidt tot minder doorstroming op de woningmarkt. Zittende huurders zullen minder snel verhuizen, omdat ze dan met een hogere huur te maken krijgen. Donner denkt echter dat de woningmarkt door zijn maatregel juist beter gaat werken. Het wordt aantrekkelijker om woningen te verhuren en verhuurders krijgen extra inkomsten en kunnen dus meer investeren. Dit leidt tot extra woningaanbod, zo is de gedachte.
De Woonbond en de Huurdersvereniging Amsterdam procederen verder om de verhoging weer van tafel te krijgen. Zij beginnen nu een bodemprocedure.
„Het is betreurenswaardig dat we niet in het gelijk zijn gesteld”, aldus de zegsman. „Wij vinden dat de kortgedingrechter de overheid te veel ruimte geeft.”
De huurdersverenigingen zien echter ook lichtpuntjes in de uitspraak. Zo blijkt daaruit dat de minister de Kamer herhaaldelijk onjuist heeft geïnformeerd, zegt de woordvoerder van de Woonbond.